Acceptatie en moed

Op de homepagina van mijn website heb ik één van mijn motto’s staan die wat mij betreft geldt voor mijn leven en zeker op gaat voor mijn professionele werk. Het motto is eigenlijk een gebed. Het helpt om jezelf gerust te stellen en je te richten op wat werkelijk waardevol en veranderbaar is. In het Nederlands gaat het als volgt:

God, schenk me
kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen,
moed om te veranderen wat ik wel kan veranderen
en wijsheid om het verschil hiertussen te zien.

Het klinkt krachtig en eenvoudig en is in de dagelijkse weerbarstige praktijk een enorme uitdaging. Vaak blijven we strijden en blijven we hangen in emoties over situaties die we niet (meer) kunnen veranderen. We houden daarmee vast aan situaties die niet goed voor ons zijn omdat we de moed niet hebben om een keuze te maken.
Enerzijds gaat het dus om het maken van keuzes en loslaten wat niet meer voor ons werkt. Anderzijds gaat het over het accepteren en verwerken van gevoelens van spanning/onzekerheid/verdriet/boosheid met betrekking tot situaties die niet te veranderen zijn. Beide is nodig.

Hierover schrijvend verschijnt op mijn netvlies de situatie van een cliënt, de heer M. Deze man kwam via zijn werkgever bij mij omdat hij recent was uitgevallen met spanningsklachten. Het ging niet meer. Geen concentratie, aandacht en focus meer en veel gevoelens van somberheid, teleurstelling en boosheid. Deels lag de aanleiding in het werk: hij werkte nog maar net in een nieuwe rol bij een nieuwe organisatie en was niet goed begeleid bij het inwerken. Grotendeels lag de aanleiding in zijn privé-leven en zijn achtergrond. Een moeizame vechtscheiding waar hij nog in zat, nauwelijks contact met zijn jonge dochter en een zeer ongezonde leefstijl waardoor hij ook fysiek uit balans was.

Op alle niveaus: mentaal, sociaal-emotioneel, fysiek en spiritueel (zingeving), had hij achterstallig onderhoud te doen. Na een uitgebreide anamnese en erkenning van zijn situatie en vraagstukken, startten we met het acceptatieproces: het onder ogen komen van de situatie zoals die nu is en ruimte maken voor alle gevoelens die dat oproept. Acceptatie en verwerking. Dat is een proces dat we gestart zijn en dat nog steeds voortduurt. Allesbehalve een ‘quick fix’. Ook stil staan bij zijn leven en leergeschiedenis tot nu toe, wat er is gebeurd, hoe hij ermee omging en welke ongezonde en gezonde gewoonten hij (onbewust) heeft geleerd. In dit proces van acceptatie liet hij de pijn toe en oefende hij met zelfcompassie. Daarmee groeide het vertrouwen. Vertrouwen in zichzelf, vertrouwen in onze samenwerking en vertrouwen dat hij in de toekomst ook andere, gezondere keuzes kon gaan maken. Geleidelijk kwam er ruimte om daadwerkelijk aan de slag te gaan met gezonder gedrag op de verschillende levensdomeinen. We richtten de aandacht op stoppen met roken, gezonde voeding, dagelijks bewegen (oefeningen en wandelen in de natuur), dagelijks in de ochtend kleine vervelende klussen doen en het aanhalen van gezonde sociale contacten die in de loop der tijd waren verwaterd. Door steeds kleine, haalbare doelen te stellen en die te realiseren, groeide zijn besef van eigenwaarde en kreeg hij een positiever gemoed.

Geleidelijk kon hij deze voor hem nieuwe manier van leven ook toepassen op zijn reïntegratie in werk. Kleine haalbare stappen, zichzelf compassievol blijven benaderen en steeds “de goede dingen” blijven doen, zoals hulp vragen waar nodig en tijdig grenzen aangeven.

Meneer M is er nog lang niet, zo zegt hij zelf…
En dan lacht hij omdat hij zich realiseert dat hij zichzelf een te groot doel in de verre toekomst oplegt en zich daaraan afmeet.
Hij IS (er) al wel. Nu en elke dag opnieuw.

Regie op fit zijn

Als mensen mij vragen hoe vaak ik hardloop dan geef ik meestal als antwoord: “Minimaal 3 en liefst 4 keer per week”. Vaak is er dan een reactie van bewondering. Mensen vinden het knap dat ik -in hun ogen- zo vaak loop. Altijd leuk om zo’n blijk van waardering te ontvangen.

Tegelijkertijd voel ik dan dat er iets knaagt. Ik zie het namelijk niet als een talent of prestatie maar veel meer als iets dat ik echt nodig heb om me goed te voelen en als iets dat iedereen kan (mag natuurlijk ook een andere sport zijn dan hardlopen). Bovendien, het lukt mij ook alleen om dit te doen als ik zorg voor de goede bedding: wekelijks afspreken met verschillende loopmaatjes, vaste hardloop-momenten in de week plannen, deelnemen aan een intervaltraining onder begeleiding van een trainer, actief zijn op Strava en regelmatig een uitdagend doel stellen zoals een halve marathon of een trailrun met hoogtemeters. Als ik deze randvoorwaarden niet creëer, dan kom ik maar moeilijk in beweging en geef ik veel sneller toe aan gevoelens van vermoeidheid of geen zin hebben.

Als ik dit laatste tegen mensen zeg dan kijken ze me aan vol ongeloof. En het is echt zo. Ik houd van rennen en ik houd ervan om dat samen met anderen te doen. Toch ervaar ook ik vaak een drempel. De drempel overgaan van lekker thuis zijn naar hardlopen vraagt bij mij om de juiste randvoorwaarden. En ik merk steeds meer dat ik daarin niet de enige ben.

In de begeleiding van mensen bij het (her)nemen van regie op hun eigen vitaliteit komt dit onderwerp regelmatig aan bod. De meeste mensen willen wel bewegen maar doen het niet. Excuses zijn vaak “geen tijd” en/of “geen energie”. Als ze het zich hebben voorgenomen en weer niet hebben gedaan, gaan ze zichzelf vaak veroordelen en/of goedpraten. Steeds weer. Als ze wel zijn gegaan dan merken ze hoe goed het hen doet en dat de vermoeidheid die ze eerst voelden als sneeuw voor de zon is verdwenen. Op de één of andere manier vinden ze het vaak lastig om zelf te ontdekken wat ze nodig hebben om in beweging te komen. Om zichzelf te helpen over de drempel heen te stappen. Samen met de coachee kijk ik naar zijn/haar beweegredenen (letterlijk), naar belemmeringen en naar ondersteunende condities om daadwerkelijk in beweging te komen. Soms zit het op het vlak van belemmerende overtuigingen en soms op het gebied van praktische (on)mogelijkheden. Of een combinatie hiervan.

En als we dan kijken naar wat wèl werkt en de deelnemer past het toe in de praktijk, dan is het resultaat direct voelbaar. Hoeveel mensen ik al heb begeleid die mede door (weer) te gaan bewegen zich direct stukken beter voelden, ik kan ze (gelukkig!) niet meer tellen.
Interessant hoe zo’n ogenschijnlijk eenvoudige interventie soms zo lastig duurzaam te integreren is in het dagelijks leven. Nog boeiender dat als het dan wel lukt, dat het mes aan twee kanten snijdt: het is positief voor jezelf want het is fijn om je fitter te voelen. Daarnaast draagt het bij aan je inzetbaarheid voor werk, ook op de langere termijn.

De paradox van het (niet) kunnen slapen

“Vanochtend om 4.00 werd ik wakker en kon ik niet meer slapen. En dat gebeurt me steeds de afgelopen maanden, vooral op werkdagen. Heel vervelend want ik word steeds vermoeider”.

Mevrouw S zit voor me en zucht moedeloos. Ze heeft al van alles geprobeerd om wel goed te kunnen slapen. In de avond na 20.00 geen beeldscherm meer aan, al helemaal niet werken in de avond, geen koffie en alcohol nuttigen, avondthee drinken, slaapkamer helemaal donker maken, om 22.30 uur (vast tijdstip) naar bed, een schrijfblokje naast haar bed voor als ze gaat piekeren: dan kan ze opschrijven waar ze aan denkt zodat het niet in haar hoofd blijft zitten…. En toch, telkens als ze wakker wordt en op de klok ziet dat het ergens tussen 3.30 uur en 4.30 uur is, kan ze de slaap niet meer vatten.

Deze vorm van slapeloosheid kom ik veel tegen in mijn werk als arbeids- en gezondheidspsycholoog. Vaak bij mensen die een druk bestaan hebben en overdag veel prikkels ervaren die ze moeten verwerken. Veelal ook mensen die hun werk graag heel goed willen doen en zeer loyaal zijn naar hun klanten en/of werkgever. Eigenlijk staat hun innerlijke motor continu aan en kunnen ze moeilijk herstellen en ontspannen. In mijn vorige twee blogs schreef ik over een methode om dit herstelvermogen weer op gang te brengen met behulp van bewust ademhalen en bewegen. Ook bij mevrouw S heb ik deze interventie gedaan.

Daarnaast hebben we gekeken naar haar dagelijkse werkzaamheden en stressbronnen die ze kan beïnvloeden. Immers: “de nacht is de spiegel van de dag”. Waar dat kon hebben we stressoren verminderd of opgelost. Waar dat niet kon, zoals bij het gegeven dat zij de relatie met een directe collega als erg stressvol ervaart, hebben wij gekeken naar andere manieren van daarmee omgaan. Het kernthema hierbij was “Acceptatie”. Mevrouw S is gewend om in haar leven de dingen naar haar hand te zetten en sturing en controle uit te oefenen op (de mensen in) haar omgeving. Vaak was haar aanpak effectief en toereikend. Nu zij wat ouder wordt, zij is 42 jaar, merkt zij dat tegenslag en tegenwerking haar meer raakt dan ze zou willen. En ze weet niet hoe daar anders mee om te gaan dan erover na te denken, steeds opnieuw en dat wordt dan piekeren.

Dit piekeren gebeurt ook in de vroege ochtend, waarbij zij zich daar bovenop zorgen maakt over het gegeven dat ze niet meer kan slapen en dan de komende dag wel heel moe zal zijn. Hoe harder zij probeert in slaap te vallen, hoe moeilijker haar lichaam zich kan overgeven aan de ontspanning/slaap. De paradox van het (niet) kunnen slapen is dat je vooral niet moet proberen om in slaap te vallen. Ook hier is de kern: Acceptatie. En geruststelling.

De twee meest waardevolle adviezen voor mensen die niet kunnen slapen zijn wat mij betreft (onder meer gebaseerd op de Acceptance & Commitment Therapy):

1. Kijk niet op de klok als je wakker wordt, probeer jezelf in de “bubbel van de nacht” te houden door in je bed te blijven liggen met je ogen gesloten. Als je naar het toilet moet, doe dit dan zoveel mogelijk in die “bubbel van de nacht”. Als er een kerkklok gaat luiden, doe dan je oren dicht zodat je niet hoort hoe laat het is. Want zodra je de tijd weet gaat het brein ermee aan de haal en uitrekenen hoeveel uur je hebt geslapen, nog kunt slapen, enz.. Dit geldt ook voor uit bed gaan en iets gaan doen. Je creëert dan een situatie waarin je actief bent en dan sta je weer compleet “aan”.
2. Het tweede advies is gericht op acceptatie en geruststelling. Probeer op je gemak te komen met het (nog) niet kunnen slapen. “Het is ok dat ik niet slaap, als ik lig dan rust ik ook uit, ik hoef helemaal niets te doen”. Steeds als je afdwaalt met gedachten naar werk, de dag van morgen, enz. dan breng je je aandacht weer vriendelijk naar je ademhaling, adem je heel rustig uit en ben je mild naar jezelf: “Het is zoals het is en op deze manier rusten mijn lichaam en geest ook uit.” Het ontwikkelen van deze houding vraagt veel oefening en herhaling, weet ik uit ervaring.

Deze twee adviezen gaf ik mee aan mevrouw S. Met de eerste had ze in eerste instantie veel moeite, ze moest de wekker echt ver van haar bed zetten om er niet op te kijken. Het tweede advies was ook niet gemakkelijk uitvoerbaar want een deel van haar vond het niet ok dat ze wakker lag. Tegelijkertijd merkte ze wel het effect van deze milde benadering naar zichzelf en ze had ook de ervaring dat ze, ondanks veel slechte nachten, vaak toch de dag wel doorkwam op een acceptabele manier.
Na een aantal weken oefenen merkte ze dat het werkte en dat ze, als ze wakker werd in de nacht, ze daar meer ontspannen mee om kon gaan. Lang niet altijd maar wel steeds vaker lukte het om weer in slaap te vallen. En als het niet lukte lag ze te oefenen met mildheid, acceptatie en mindfulness.

Ze deed niet haar best om in slaap te vallen en accepteerde dat ze wakker lag, met als resultaat een betere nachtrust. En bovendien minder frustratie en meer energie gedurende de dag. Wat weer positief uitwerkte op haar nachtrust. Kortom: de positieve spiraal was ingezet.

Herstellen van spanningsklachten door gezond ademen en gedoseerd bewegen

Vorige week donderdag postte ik een blog over mevrouw E die met spanningsgerelateerde klachten bij mij kwam voor een rust- en inspanningsmeting. Met als doel om gerichte handvatten te krijgen om te gaan werken aan haar herstel(vermogen). In deze blog kwamen de rustmeting en de ademtraining aan bod. Deze week pakken we de draad op bij de inspanningsmeting.

Mevrouw E had bij de anamnese verteld dat zij als kind veel heeft gesport, vooral volleybal in competitieverband. Als volwassene heeft zij met vlagen hardgelopen en is zij lid geweest van de sportschool, of eigenlijk sponsorde zij de sportschool, bekent ze eerlijk. De afgelopen jaren heeft zij geprobeerd het hardlopen structureel op te pakken met wisselend succes. Ze vindt het lastig om de motivatie op te brengen om te gaan maar merkt wel dat het haar goed doet als zij gaat of geweest is.

De inspanningsmeting doet E op de spinfiets die daar speciaal voor is bedoeld. De hartslagmeter die zij om heeft is aangesloten op het ECM-programma (van inspanningsfysioloog Stans van der Poel). Met behulp van deze meting leren we, door het geleidelijk en gedoseerd verhogen van het vermogen dat zij wegtrapt, de verschillende hartslagzones kennen van E. Vanuit de wetenschap dat het belangrijk is om te gaan trainen in duurzone 2 (zoals gemeten in deze meting) omdat in deze zone het lichaam tijdens inspanning het meest in balans is. Om vervolgens na elke training in duur 2 de ademhalingsoefening in rust te doen en zo het lichaam weer te leren schakelen van de inspanningsmodus naar de herstelmodus. Trainen kan hardlopen zijn, maar ook fietsen of een andere duursport zoals roeien of stevig wandelen. E krijgt een trainingsschema op maat mee en het advies om een hartslagmeter aan te schaffen. In het schema staan precies de tijden en hartslagzones waarin zij mag gaan trainen met de nadruk op duurzone 2. Inspanning (training) en herstel (gezonde ademhaling in rust) zijn twee kanten van dezelfde medaille. Door beide kanten gedoseerd en bewust te trainen leert het lichaam weer herstellen na inspanning.

Acht weken later heb ik opnieuw een afspraak voor een follow-up rustmeting met E. Zij geeft aan dat het even wennen was maar dat het schema haar hielp om steeds weer de motivatie op te brengen om te gaan hardlopen. Ook had ze plezier in het meten van haar hartslag bij het hardlopen, in rust en tijdens haar slaap. Na drie weken (met 3 trainingen per week) merkte zij al progressie: bij dezelfde hartslag was haar tempo omhoog gegaan. Daarnaast merkte zij dat het doen van de ademhalingsoefening in rust haar steeds beter afging. Haar hartslag daalde gemakkelijker wat ook weergeeft dat haar vermogen tot herstel en haar conditie toenamen.

De rustmeting die we opnieuw doen geeft een heel ander beeld dan de vorige meting: wanneer E zichzelf tot rust brengt zie ik een mooi ademhalingspatroon en is haar rusthartslag gemiddeld 10 slagen lager dan de vorige keer. Nog steeds boven de 70, dus nog aan de hoge kant, maar als ze zo doorgaat komt dat vanzelf wel goed.

En het belangrijkste is dat E zich door het bewust trainen en ademhalen veel beter voelt: fitter, minder spanningsklachten en meer energie. Ze werkt 6 uur per dag en dat gaat prima. E is op de goede weg en zal ruimte moeten blijven maken voor herstel, juist ook als ze weer volledig aan het werk is.

Stress op zich is niet erg, gebrek aan herstel is dat wel

Vol verwachting zit mevrouw E (43 jaar) in sportieve kleding voor me. Ze komt voor een rust- en inspanningsmeting en vertelt desgevraagd welke klachten zij heeft: ernstige vermoeidheid, een continu gejaagd gevoel, hartkloppingen, neiging tot hyperventilatie en emotionele uitputting. Ze werkt halve dagen en merkt dat dat eigenlijk nog te veel is.

E wordt begeleid bij haar herstel en re-integratie door een collega-psycholoog. Deze collega heeft haar naar mij doorverwezen om het herstelvermogen van E te onderzoeken en haar concrete richtlijnen te geven voor haar herstel.

Na het kennismaken en de anamnese vraag ik E wat zij hoopt dat de meting haar gaat opleveren. Zij geeft aan graag te willen weten hoe zij kan herstellen van haar klachten omdat zij merkt dat minder werken nog weinig soelaas biedt. Zij doet dagelijks mindfulness- en ontspanningsoefeningen en blijft merken dat zij vrijwel continu onrustig en gespannen is.

Allereerst meet ik relevante fysiologische en metabolische waarden waaronder bloeddruk, saturatie (zuurstofgehalte in het bloed), rusthartslag, gewicht, BMI en het vetpercentage. Haar BMI en vetpercentage zijn in orde en ook haar bloeddruk is ok, zij het iets aan de hoge kant. Haar hartslag in rust is 87 (slagen per minuut) en haar saturatie is 99%. Dit betekent dat haar lichaam in rust eigenlijk actief is, alsof ze aan het wandelen is. In rust hoeft de hartslag niet hoger dan 70 te zijn. Mensen met een goede conditie hebben in rust vaak een hartslag tussen de 50 en 60 slagen per minuut. Een saturatie van 99% betekent dat zij relatief veel zuurstof in haar bloed heeft (97-98% is optimaal). Veel zuurstof lijkt misschien goed maar is een teken van te veel (in)ademen. Ademhaling en hartslag hangen zeer nauw samen. Hoe sneller we ademen hoe hoger onze hartslag.

In de rustmeting via de hartslagmeter en het ECM-programma op de computer, blijkt dat haar ademhalingsfrequentie inderdaad te hoog is: 18 keer per minuut waar 6-10 keer per minuut in rust gezond is. Wanneer E zichzelf tijdens de rustmeting tot rust probeert te brengen is haar ademhaling snel en onrustig en haar hartslag schommelt rond de 85 keer per minuut. Haar hartcoherentie is matig, dit geeft ook aan dat haar lichaam in rust uit balans is. Wanneer ik haar na 7 minuten een concrete ademhalingsoefening geef, gebeurt er na een minuut of twee iets wat vaak gebeurt bij een rustmeting: haar ademhalingspatroon wordt mooi regelmatig, haar hartcoherentie stijgt naar bijna maximaal en haar rusthartslag daalt naar 78. Na afloop geeft E aan dat zij door het doen van de ademhalingsoefening meer rust en ontspanning voelde in haar lichaam.

De ademhalingsoefening is simpel en effectief: adem op een normale manier in, adem rustig uit en voel na iedere uitademing even dat je bent “leeg” geademd. Adem dan weer normaal in. Dus: normaal in – rustig uit – even leeg/pauze en dan weer normaal in. Niet te lang wachten met inademen want dan ga je te diep zuchten. En de uitademing incl. de pauze duurt minimaal 2x zo lang als de inademing. Bijvoorbeeld: 2 sec in – 4 sec uit – 1 sec pauze.

Uit de analyse van het mooiste deel van haar rustmeting blijkt dat het herstelvermogen van E net voldoende is. Dat betekent dat haar lichaam in rust in staat is om te herstellen van inspanning als zij tenminste op de juiste manier ademhaalt. Als zij dat niet doet dan herstelt zij onvoldoende. Het advies aan E is om dagelijks 2-3 keer 10 minuten de ademhalingstraining te doen, bij voorkeur na inspanning zoals werk en sport. Hierna doen we nog de inspanningsmeting. Wat deze meting haar heeft gebracht lezen jullie in een volgende blog.

Strijdend ten onder of de sprong wagen?

“Ja maar ik ga niet opgeven!”
Werknemer K die met spanningsklachten gedeeltelijk thuis zit kijkt me aan met een mengeling van stelligheid en paniek in zijn ogen. Hij had het al een tijd minder naar zijn zin in zijn werk voordat hij overspannen thuis kwam te zitten: “Maar ja, dat hoort er ook bij, het werk kan niet altijd leuk zijn.” Inmiddels weet hij niet meer hoe hij terug kan keren in zijn werk, hij ziet er huizenhoog tegenop.

Door de werkgever ben ik gevraagd als neutrale externe om met K te kijken naar wat voor hem passend zou zijn in deze situatie. We nemen de ruimte om te verkennen hoe het nu met hem gaat. Kort gezegd gaat het niet goed, hij heeft weinig energie, voelt zich somber en onzeker en heeft een negatief zelfbeeld. Al in de intake erkent hij dat hij het echt niet naar zijn zin heeft. Ook ervaart hij boosheid en teleurstelling naar zijn werkgever. Het gegeven dat hij (deels) is uitgevallen geeft hem de indruk dat hij heeft gefaald en niet goed genoeg is. Dat gaat gepaard met gevoelens van onzekerheid en ook met strijdlust. “Ik geef niet op!” Voelbaar is dat deze strijdlust geen stevige grond heeft. En dat K het daarmee niet gaat redden in deze situatie.

De natuur is er goed in om datgene dat niet meer vruchtbaar is, los te laten.
Hoe anders is dat bij ons mensen. Ook al maken wij onderdeel uit van de natuur, dit aspect gaat ons aanzienlijk moeizamer af. Wij blijven proberen om de omgeving naar onze hand te zetten, vaak tegen beter weten in en met klachten tot gevolg. Het proces van accepteren dat iets niet meer werkt, dat een werkomgeving niet meer past bij de eigen behoeften en talenten, is moeilijk. En vraagt bewuste aandacht. Eerst zijn er dan vooral gevoelens van onzekerheid, angst, verdriet, teleurstelling en (soms) boosheid. Om vervolgens, als het lukt om de realiteit onder ogen te komen, verder te kunnen kijken naar activiteiten en contexten waar we (wel) blij van worden en die aansluiten bij onze talenten.

Dit proces voltrok zich ook bij K. Wat hij nodig had was in eerste instantie de reality-check dat doorgaan op deze weg heilloos was. Een loopbaanscan bevestigde dat. Vervolgens had hij het vertrouwen en de aanmoediging nodig om zich verder te oriënteren. En hoewel hij dacht daar geen energie voor te hebben, pakte dit in werkelijkheid volkomen anders uit. Na een gezamenlijke intake met de leidinggevende, een paar coach-sessies en een loopbaanscan, vond hij een baan waar hij helemaal enthousiast van werd. Eén die veel beter aansluit bij zijn creatieve behoeften en kwaliteiten dan zijn huidige baan. Een baan die goed genoeg betaalt zodat hij kan kiezen voor een parttime dienstverband. En daarmee ook nog ruimte heeft voor zijn fotografie hobby die hij mogelijk op termijn ook meer beroepsmatig wil gaan uitoefenen. Het hebben van perspectief doet hem zo goed, dat zijn klachten snel verminderen en hij weer opgewekt door het leven gaat.

Tevreden blikt K terug op het coachtraject en vol verwachting kijkt hij uit naar een nieuwe periode.
Hij heeft niet opgegeven en wel losgelaten wat niet meer vruchtbaar was.

To (be) fit in de coronacontext

Natuurlijk is er al enorm veel geschreven over het Corona-virus. Ook de tips en richtlijnen om gezond te blijven in deze tijd vliegen je om de oren. Vanzelfsprekend.

Een deel van de mensen heeft nog nooit zoveel bewogen als nu en een deel van de mensen vindt het juist heel lastig om voldoende te bewegen doordat hun sportschool gesloten is of (groeps)trainingen geen doorgang vinden.

In beide groepen herken ik me. Door de maatregelen die getroffen zijn om de gevolgen van het Coronavirus te beperken is het rustiger geworden in mijn leven. Op alle fronten zijn er minder (sociale) prikkels en ook op het vlak van werk is de druk minder. Net als bij menigeen in deze tijd, is alle structuur uit ons (gezins)leven: geen school, minder werkafspraken, geen sporttrainingen en alle leuke activiteiten die gepland stonden in de weekenden zijn weggevallen.

Al beweeg ik van nature heel graag, ik ben ook een sociale sporter die goed gedijt in een meer gestructureerde trainingssetting. Vooral als het gaat om het doen van intervaltrainingen motiveert het mij om dat te doen onder leiding van een trainer en in een groep met andere hardlopers. Voor mij is het dan ook een enorme uitdaging om te blijven bewegen en mezelf steeds opnieuw te motiveren om het bos in te gaan. Ik heb het geluk dat ik een sportieve man heb, zij het dat hij een wielrenner en mountainbiker is en samen hardlopen er helaas niet in zit. Zijn gedrevenheid en zelfdiscipline werken wel inspirerend. Mede hierdoor ga ik er ook met grote regelmaat alleen op uit om hard te lopen in het bos. Dan hebben we nog een sportieve zoon die mee wilde doen aan de Strava Halve Marathon Challenge in april, dus dat deden we samen. Waar ik tot slot heel blij mee en trots op ben, is dat ik iedere dag een rondje van 5 tot 6 km loop met mijn tweelingdochters, de ene dag met de één en de andere dag met de ander. De insteek was vooral gedreven vanuit de gedachte dat het belangrijk is dat zij hun conditie op peil houden, juist omdat zij in het (recente) verleden veel last hebben gehad van luchtweginfecties/benauwdheid. Ik lever daar graag een bijdrage aan omdat ik merk dat zij het (net als ik en menig ander) lastig vinden om zichzelf ertoe aan te zetten. En naast dat het nuttig is voor hen, is het ook nuttig voor mij, geeft het voldoening en richting en is het bovenal een heel gezellig moment van quality-time met ieder van hen!

Door deze contexten te hebben (gecreëerd), beweeg ik zelf ook gemakkelijker en kom ik wel zeker aan de kilometers per week die ik voor het Corona-tijdperk ook maakte. Zelfs meer. Wat ik merk bij alle gezonde voornemens die ik heb om mezelf fit te houden in deze Corona-context, is dat het absoluut helpt om een soort van ritme aan te brengen in de dagen en weken en de context te creëren die helpt om fit te blijven of te worden. Dit kan bijvoorbeeld al zitten in dingen als een (app)groep hebben met gelijkgestemden die dit ook nastreven en elkaar motiveren om bepaalde activiteiten te ondernemen. En ook door te zorgen voor gezonde en gevarieerde voeding in huis. Samen met een vriend/vriendin/sportmaatje een online sport- of yogales volgen (op gezonde afstand van elkaar) is ook een leuke optie. Juist daar waar ritme en structuur van buitenaf wegvallen, is het de uitdaging om die zelf te creëren en daar heb je vaak anderen bij nodig. Intenties die je hardop uitspreekt en afspraken die je maakt met anderen komen we over het algemeen gemakkelijker na dan afspraken die we alleen met onszelf maken.

We zullen ons voorlopig nog moeten verhouden tot de huidige Corona context.

To (be) fit in deze context blijft de ultieme uitdaging.

Steeds jezelf weer afvragen: doe ik de dingen zoals ik ze wil doen en zo nee, hoe kan ik mezelf (laten) helpen/faciliteren om dingen wel of anders te doen? Welke condities zijn daarvoor nodig? En vooral ook met compassie naar jezelf kijken als het niet lukte zoals je het wenste, neem je gevoel van teleurstelling dan vriendelijk waar en weet: dit gebeurt ons allemaal en is van alle tijden, morgen is er weer een nieuwe dag en een nieuwe kans om na te streven wat je wilt.

Dit is hoe ik het probeer te doen in deze tijd, wat zijn jullie ervaringen en tips om fit te blijven?

Van rookpauze naar adempauze

Inmiddels weten we allemaal dat roken erg slecht is voor je gezondheid. Er is een causaal verband tussen het inademen van nicotine, teer en koolmonoxide en het krijgen van o.a. […]

De kracht van ademhaling

Je kunt de krant niet open slaan of de NOS app aanklikken en je leest over hoe druk we allemaal zijn. Steeds meer mensen hebben last van burn-out, overspannenheid en […]

Met aandacht screenen “yes you can”

Onlangs was ik met mijn collega Marina Wakker bij de Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM), de business school van Erasmus Universiteit Rotterdam om een training criteriumgericht interviewen te […]