Strijdend ten onder of de sprong wagen?
“Ja maar ik ga niet opgeven!”
Werknemer K die met spanningsklachten gedeeltelijk thuis zit kijkt me aan met een mengeling van stelligheid en paniek in zijn ogen. Hij had het al een tijd minder naar zijn zin in zijn werk voordat hij overspannen thuis kwam te zitten: “Maar ja, dat hoort er ook bij, het werk kan niet altijd leuk zijn.” Inmiddels weet hij niet meer hoe hij terug kan keren in zijn werk, hij ziet er huizenhoog tegenop.
Door de werkgever ben ik gevraagd als neutrale externe om met K te kijken naar wat voor hem passend zou zijn in deze situatie. We nemen de ruimte om te verkennen hoe het nu met hem gaat. Kort gezegd gaat het niet goed, hij heeft weinig energie, voelt zich somber en onzeker en heeft een negatief zelfbeeld. Al in de intake erkent hij dat hij het echt niet naar zijn zin heeft. Ook ervaart hij boosheid en teleurstelling naar zijn werkgever. Het gegeven dat hij (deels) is uitgevallen geeft hem de indruk dat hij heeft gefaald en niet goed genoeg is. Dat gaat gepaard met gevoelens van onzekerheid en ook met strijdlust. “Ik geef niet op!” Voelbaar is dat deze strijdlust geen stevige grond heeft. En dat K het daarmee niet gaat redden in deze situatie.
De natuur is er goed in om datgene dat niet meer vruchtbaar is, los te laten.
Hoe anders is dat bij ons mensen. Ook al maken wij onderdeel uit van de natuur, dit aspect gaat ons aanzienlijk moeizamer af. Wij blijven proberen om de omgeving naar onze hand te zetten, vaak tegen beter weten in en met klachten tot gevolg. Het proces van accepteren dat iets niet meer werkt, dat een werkomgeving niet meer past bij de eigen behoeften en talenten, is moeilijk. En vraagt bewuste aandacht. Eerst zijn er dan vooral gevoelens van onzekerheid, angst, verdriet, teleurstelling en (soms) boosheid. Om vervolgens, als het lukt om de realiteit onder ogen te komen, verder te kunnen kijken naar activiteiten en contexten waar we (wel) blij van worden en die aansluiten bij onze talenten.
Dit proces voltrok zich ook bij K. Wat hij nodig had was in eerste instantie de reality-check dat doorgaan op deze weg heilloos was. Een loopbaanscan bevestigde dat. Vervolgens had hij het vertrouwen en de aanmoediging nodig om zich verder te oriënteren. En hoewel hij dacht daar geen energie voor te hebben, pakte dit in werkelijkheid volkomen anders uit. Na een gezamenlijke intake met de leidinggevende, een paar coach-sessies en een loopbaanscan, vond hij een baan waar hij helemaal enthousiast van werd. Eén die veel beter aansluit bij zijn creatieve behoeften en kwaliteiten dan zijn huidige baan. Een baan die goed genoeg betaalt zodat hij kan kiezen voor een parttime dienstverband. En daarmee ook nog ruimte heeft voor zijn fotografie hobby die hij mogelijk op termijn ook meer beroepsmatig wil gaan uitoefenen. Het hebben van perspectief doet hem zo goed, dat zijn klachten snel verminderen en hij weer opgewekt door het leven gaat.
Tevreden blikt K terug op het coachtraject en vol verwachting kijkt hij uit naar een nieuwe periode.
Hij heeft niet opgegeven en wel losgelaten wat niet meer vruchtbaar was.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!